Is het waar dat menselijk gedrag vanaf de geboorte aangeboren is? •

Elk mens heeft verschillende genen en DNA-sequenties, dus het is zeldzaam dat iemand hetzelfde gezicht heeft - behalve een eeneiige tweeling. Elke persoon heeft fysieke verschillen, zelfs bij eeneiige tweelingen zijn er nog fysieke verschillen. Zichtbare fysieke verschijning, zoals haarkleur en stijl, lang of kort, gezichtsvorm, neus, mond en zelfs wenkbrauwen zijn voor elke persoon anders. Dit verschil wordt gevormd door verschillen in de genen en het DNA van elke persoon.

Hoe zit het dan met de aard en het gedrag van een persoon? Bestaat het ook uit genen en DNA? Waar komt het vandaan en beïnvloedt genetica iemands gedrag? Net als fysieke verschillen heeft iedereen ook andere eigenschappen, gewoontes en gedrag. Maar de vraag die tot op de dag van vandaag een mysterie blijft, is wat het gedrag en de gewoonten van een persoon vormt? Is het alleen de omgeving of genetica die hier ook aan bijdraagt?

Wordt gedrag beïnvloed door genetica?

De theorie die ooit bestond, stelde dat elk van het DNA in menselijke genen het werk van de cel zal beïnvloeden. Dit chemische proces in DNA zal voor elke cel verschillende orders produceren. Wanneer deze cellen de gemaakte orders uitvoeren, heeft dit indirect invloed op het handelen en gedrag van een persoon.

Deze theorie wordt echter nog steeds besproken omdat het gedrag dat verschijnt niet kan worden gescheiden van de omgeving. Uit deze theorie komt de verklaring dat twee individuen die genetische overeenkomsten kunnen hebben - zoals eeneiige tweelingen die ongeveer 99% van dezelfde genen delen - verschillend gedrag vertonen omdat ze in verschillende omgevingen leven en twee individuen die geen genetische gelijkenis hebben in verschillende omgevingen leven Elke dag dezelfde persoon heeft ook een ander gedrag.

Onderzoek naar de invloed van genetica op menselijk gedrag

Er zijn veel onderzoeken gedaan om deze vraag te beantwoorden. Maar tot nu toe is er nog geen definitief antwoord. Dit gebeurt omdat het erg moeilijk is om te weten hoeveel genen en omgeving iemands gedrag, beslissingen of gewoonten beïnvloeden. Deze onderzoeken zijn zelfs uitgevoerd op verschillende objecten, zoals eeneiige en twee-eiige tweelingen, zelfs bij groepen mensen met psychische syndromen.

Er is ook een andere studie uitgevoerd met patiënten met het Williams-syndroom. Dit syndroom is vrij zeldzaam en zorgt ervoor dat patiënten verschillende tekortkomingen ervaren, namelijk leerstoornissen, een unieke persoonlijkheid hebben, intellectuele vermogens zijn ook laag. Niet alleen een probleem met paranormale gaven, het Williams-syndroom zorgt ervoor dat patiënten hart- en vaatziekten krijgen. Vervolgens maten de onderzoekers in het onderzoek de hersencapaciteiten van hun respondenten door verschillende tests uit te voeren, zoals tests van taalvaardigheid en geheugenvaardigheden.

Onderzoekers proberen de relatie tussen genen en gedrag te begrijpen en te vinden door te kijken naar gedrag bij mensen met het Williams-syndroom. Toen slaagden ze erin een verschil te vinden in de werking van het hersensysteem bij Williams-patiënten in vergelijking met normale mensen. Dit stelt dat genetica inderdaad het gedrag en het sociale leven van een persoon kan beïnvloeden. Uit de resultaten van het onderzoek kwam echter iets verrassends naar voren, namelijk dat de hersenen bij mensen met het Williams-syndroom weer normaal gingen werken nadat ze opgroeiden. En de onderzoekers stelden ook dat er een omgevingsinvloed is bij patiënten met het Williams-syndroom.

De omgeving is niet minder belangrijk bij het bepalen van gedrag

Andere studies hebben zelfs verklaard dat het antisociale gedrag van een persoon al in de genen van die persoon zit, dit betekent dat antisociaal gedrag aangeboren is. Uit onderzoek onder 1300 tieners van 17 tot 18 jaar in Zweden bleek dat kinderen die de neiging hebben asociaal, passief en teruggetrokken uit de omgeving meer monoamineoxidase A (MAOA) hebben, een soort tussenstof die in het lichaam aanwezig is in het zenuwstelsel dat dient om signalen tussen zenuwcellen af ​​te geven.

Uit deze studie bleek ook dat adolescenten met een hoge MAOA-ervaring in hun kindertijd geweld hadden. Er kan dus worden geconcludeerd dat genetica het gedrag van een persoon beïnvloedt, maar het kan niet worden gescheiden van de omgeving en ervaringen die hij heeft meegemaakt.

recente berichten

$config[zx-auto] not found$config[zx-overlay] not found